Persoonlijk was ik nogal sceptisch de eerste keer. “Slapen op een boot ? Word ik daar niet zeeziek van ?” Nou, helemaal niet. Het is kalm, rustgevend zelfs. En er zijn tegenwoordig zó veel leuke opties dat je bijna niet weet waar te beginnen. Op https://gitesnautiques.fr kun je trouwens een hoop inspiratie opdoen voor wie net als ik verliefd is geworden op het idee van een vakantie op het water. Maar goed, laten we eens kijken naar de leukste drijvende plekjes in Nederland die echt iets bijzonders te bieden hebben.

1. Houseboat Prince Royal – Amsterdam

Oké, laten we eerlijk zijn : slapen op een woonboot in Amsterdam is bijna cliché. Maar sommige clichés zijn gewoon te leuk om te negeren. De Houseboat Prince Royal ligt midden in de Jordaan, tussen de pittoreske grachtenpanden. ’s Ochtends hoor je de eerste fietsers langsklinken, terwijl de zon langzaam over het water kruipt. Binnen is het verrassend ruim – een houten interieur, warme tinten en een terras waar je met een kop koffie naar de eenden kunt zwaaien. Niet goedkoop, maar hé, het is Amsterdam.

2. Marina Parcs Tiny Houseboat – Naarden

Voor wie het liever wat rustiger aanpakt : de Tiny Houseboats in de jachthaven van Naarden zijn echt een ontdekking. Compact, maar super slim ingericht. Alles wat je nodig hebt : een keukentje, een bed met uitzicht op het water, en ’s avonds dat magische moment waarop de lucht paars kleurt boven het Gooimeer. Wat ik vooral leuk vond ? Je kunt gewoon een kano huren bij de receptie en direct het water op. Pure vrijheid.

3. Waterlodge Goudplevier – Giethoorn

Giethoorn wordt wel eens het “Venetië van het Noorden” genoemd, en ja, het is toeristisch. Maar als je net buiten het centrum logeert, bijvoorbeeld in de Waterlodge Goudplevier, krijg je een totaal andere ervaring. ’s Avonds is het er stil. Echt stil. Alleen het ruisen van het riet en af en toe een eend die z’n mening geeft. De lodge zelf ligt direct aan het meer en heeft een klein terras waar je letterlijk met je tenen in het water hangt. Eenvoudig, maar zó charmant.

4. Floating Suite – Maasplassen, Roermond

In Limburg vind je een van de meest stijlvolle drijvende accommodaties van het land : de Floating Suites aan de Maasplassen. Denk : design, glas van vloer tot plafond, een kingsize bed en uitzicht over een eindeloos wateroppervlak. En het mooiste ? Je kunt aanmeren met een privébootje voor de deur. ’s Avonds een glaasje wijn op het dek, de zon die in het water zakt – ja, het leven is soms best goed.

5. De Zwerver – Leiden

Voor de romantici (of de nostalgici): De Zwerver is een volledig gerestaureerde historische woonboot uit 1900. Geen modern design hier, maar houten vloeren, ronde patrijspoorten en die heerlijke geur van oud scheepshout. Het ligt vlak bij het centrum van Leiden, dus perfect om cultuur en charme te combineren. En geloof me, als je ’s nachts de reflecties van de stadslampen op het water ziet dansen, wil je nooit meer een hotelkamer met vast beton onder je voeten.

Dus… waar wacht je nog op ?

Of je nu houdt van modern comfort of authentieke charme, slapen op het water in Nederland is echt iets dat je minstens één keer moet proberen. Je ziet het land ineens van een heel ander perspectief – letterlijk. En eerlijk ? Het is een van die ervaringen die blijft hangen. Misschien niet voor altijd (hoewel…), maar zeker lang genoeg om je volgende vakantie anders te plannen.

Dus, wat denk je ? Ga jij voor een chique suite op de Maas of een knusse woonboot in Giethoorn ? Hoe dan ook – trek je dekens strak, luister naar het klotsen van het water, en geniet. Nederland op z’n mooist, maar dan drijvend.

Weert ligt op de grens van Limburg en Noord-Brabant, ongeveer een uurtje rijden van Eindhoven. Perfect voor een korte ontsnapping. En als je, net als ik, graag in een charmant hotel overnacht waar service nog iets betekent, dan is Hotel de Munt een topkeuze. Midden in het centrum, direct aan de markt. Van daaruit loop je overal heen : winkels, cafés, het stadspark, noem maar op.

Als je trouwens ook weleens over de grens gaat – ik heb laatst een paar nachten geboekt via https://hotel-central.fr – dan zie je dat dit soort kleinschalige hotels echt een ander gevoel geven dan de grote ketens. En precies dat maakt Weert zo charmant.

Wat te doen in Weert : mijn favorieten

Eerlijk ? Ik dacht dat Weert vooral een doorrijstad was. Maar nope. Zodra je de fiets pakt of gewoon lekker gaat wandelen, ontdek je een heleboel. Begin in het Natuur- en Milieucentrum De IJzeren Man. Dat is een meer met zandstrand, wandelpaden en zelfs een klein dierenparkje. Op een zonnige dag kun je daar gerust een halve dag blijven. Er is een strandtent, je kunt waterfietsen huren, en de zonsondergang is er echt mooi – zacht oranje boven het water, een beetje poëtisch bijna.

In het centrum is de St. Martinuskerk absoluut een bezoek waard. Ik ben niet super religieus, maar het glas-in-lood en het orgel zijn indrukwekkend. En het uitzicht vanaf de toren ? Je ziet letterlijk heel Weert.

Verder : loop eens door de Langstraat voor leuke boetiekjes, of duik op zaterdag over de markt. De stroopwafels daar… ik heb er twee gegeten. Achter elkaar. Geen spijt.

Eten en drinken : verrassend goed

Weert heeft een paar plekken die ik echt niet had zien aankomen. Brasserie-Hotel Antje van de Statie (tegenover het station) heeft een heerlijke carpaccio, en bij De SooS kun je fantastisch borrelen – denk : speciaalbiertjes, oude stenen muren, zachte verlichting. Als je meer van Aziatisch houdt, check Wok de Munt. Lekker, snel en ideaal na een dag wandelen.

Wat me opviel : de mensen nemen de tijd. Geen stress, geen haast. In Weert lijkt alles net een tandje trager te gaan – en dat voelt eigenlijk best goed.

Waar slapen in Weert ?

Er zijn natuurlijk verschillende hotels, maar als je het mij vraagt, is Hotel de Munt de perfecte uitvalsbasis. Letterlijk aan de Markt, dus je stapt naar buiten en je zit meteen tussen de terrassen. De kamers zijn modern maar knus, en het ontbijt… oh man, dat ontbijt. Vers brood, lokale kazen, goede koffie (niet dat slappe spul). En het personeel ? Echt vriendelijk, niet gemaakt. Ze geven je tips die je niet in een gids vindt – zoals dat ene verborgen café aan de Beekstraat waar ze elke vrijdag livemuziek hebben.

Een paar praktische tips voor je weekend

• Neem je fiets mee. Weert heeft supermooie fietsroutes, vooral richting het Weerterbos (waar je soms zelfs edelherten kunt spotten).
• Als je met de trein komt : het station ligt op vijf minuten lopen van het centrum. Superhandig.
• Plan je bezoek in de lente of de vroege herfst. Minder druk, nog lekker weer.

Waarom Weert ?

Weert is misschien niet de stad die je bovenaan je lijst zet, maar dat is juist haar charme. Geen drukte, geen “moetjes”, gewoon genieten van een rustig tempo, goed eten en vriendelijke mensen.

Ik kwam voor een nachtje en bleef uiteindelijk twee. En eerlijk ? Ik denk dat ik nog eens terugga. Misschien wel gewoon om weer even dat gevoel te hebben : klein stadje, groot hart.

1. De Atlantische Kust van Portugal

Start in Porto, eindig in Lissabon. Onderweg passeer je surfspots zoals Nazaré (waar de golven absurd hoog zijn) en charmante vissersdorpjes. Persoonlijk vond ik de zonsondergang bij Peniche magisch. Het is een route vol zee, wijn en relaxte vibes.

2. De Alpenroute in Oostenrijk

Hou je van bergen? Dan is dit pure schoonheid. Van Salzburg naar Innsbruck rijd je langs meren, groene dalen en kronkelende passen. Soms moet je echt even stoppen om gewoon naar de stilte te luisteren. Kleine tip: neem de Grossglockner Hochalpenstrasse, dat uitzicht vergeet je nooit.

3. De Ring Road in IJsland

Oké, dit is geen goedkope trip, maar elke kilometer is een cadeautje. Watervallen, gletsjers, zwarte stranden… en die geur van zwavel die je ineens uit een warmwaterbron tegemoetkomt. Reken minstens een week. Minder is gewoon zonde.

4. Van Parijs naar de Côte d’Azur

Begin in de Franse hoofdstad, stop voor een wijntje in Bourgogne, rijd langs Lyon en eindig in Nice of Marseille. De afwisseling is geweldig: cultuur, gastronomie, natuur. Persoonlijk? Ik vond de tussenstop in Avignon verrassend leuk, veel gezelliger dan verwacht.

5. De Romantische Strasse in Duitsland

Deze route doet zijn naam eer aan. Kastelen, vakwerkhuizen en middeleeuwse stadjes zoals Rothenburg ob der Tauber. Het voelt soms alsof je door een sprookjesboek rijdt. Misschien wat toeristisch, maar hé, dat is niet voor niets.

6. De Wild Atlantic Way in Ierland

Ruw, groen en vaak nat. Maar wow, wat een landschappen. Kliffen, pubs met live muziek en schapen die midden op de weg staan – echt waar. Het weer kan alles in één dag: regen, zon, mist. Juist dat maakt het zo charmant.

7. De Balkanroute: van Kroatië naar Montenegro

Begin bij de Kroatische kust, rijd door Dubrovnik (druk, maar indrukwekkend), en vervolg naar de baai van Kotor in Montenegro. Een mix van azuurblauwe zee en ruige bergen. Ik vond de gastvrijheid hier ongeëvenaard.

Conclusie

Europa zit vol routes die je hart sneller doen slaan. Of je nu houdt van zee, bergen, cultuur of gewoon het onbekende verkennen – er is altijd een roadtrip die bij je past. Dus, waar begin jij? Porto, Salzburg of misschien toch Reykjavik?